Eerder deze maand presenteerden de DT&V, IND en COA hun ‘Rapportage Vreemdelingenketen’ over 2016. Daaruit blijkt onder meer dat vorig jaar 2.220 mensen ‘gedwongen vertrokken’ zijn, een stijging in deportaties van 20% ten opzichte van 2015. Het aantal vluchtelingen dat vastgezet werd in vreemdelingendetentie steeg met 18% naar 2560 personen.
Meer opsluiting heeft volgens de rapportage “te maken met de hogere asielinstroom van vreemdelingen uit veilige landen, met name Albanië, Marokko en Algerije. Asielaanvragen van vreemdelingen uit veilige landen worden versneld afgedaan. Na een niet- inwilliging van de aanvraag, en/of bij veroorzaken van overlast kan vreemdelingenbewaring ter fine van uitzetting plaatsvinden.”
Terwijl de EU eigenmachtig heeft besloten dat de genoemde landen ‘veilig’ zijn, spreekt bijvoorbeeld Amnesty International heel andere taal. In het Jaarboek 2016-2017 schrijft de mensenrechtenorganisatie samenvattend over Marokko: “The authorities restricted rights to freedom of expression, association and assembly, prosecuting journalists and forcibly dispersing protests. Women faced discrimination in law and in practice. Consensual same-sex sexual relations remained criminalized. Courts imposed death sentences; there were no executions.”
De manier waarop Marokko, onder zware druk van de EU, zelf met vluchtelingen omgaat is eveneens hemeltergend. Denk ook aan het geweld van Marokkaanse grenswachten tegen mensen die de zwaarbeveiligde Spaanse enclaves Ceuta en Melilla proberen binnen te komen.
Voor Algerije geldt een soortgelijk verhaal. Amnesty: “The authorities continued to restrict the rights to freedom of expression, association, assembly and religion, and prosecuted peaceful critics, including human rights defenders, in unfair trials. Refugees and migrants were arbitrarily expelled. Impunity for past serious abuses continued to prevail. Courts handed down death sentences; no executions were carried out.”
Mogelijk speelt overigens ook de door staatssecretaris Dijkhoff besloten uitbreiding en verlenging van een pilot waardoor DT&V-medewerkers zelf vluchtelingen in detentie mogen zetten een rol bij de stijging van het aantal opgesloten personen.
Die stijging, en het feit dat “[d]e effectiviteit van het vertrek vanuit bewaring […] aanzienlijk [is] verbeterd” zouden ook bijgedragen hebben aan de toename van het aantal deportaties. Overigens wordt in de jaarrapportage gesteld dat het aantal zelfstandig vertrokken personen nog harder gestegen is. Zulk, zogenoemd ‘vrijwillig’ vertrek is vaak het gevolg van het stevig onder druk zetten en dreigen met opsluiting en deportatie door DT&V’ers. ‘Vrijwillig’ tussen flinke aanhalingstekens dus, met de aantekening dat het bijzonder triest is dat een aantal vluchtelingensteunorganisaties zich hierbij schaamteloos voor het karretje van de overheid laten spannen door, niet zelden met subsidie, vluchtelingen te helpen bewegen tot vertrek.
In de periode 2012-2016 zette de DT&V in totaal 12.600 mensen uit. Meer dan 45.000 personen zouden ‘vrijwillig’ vertrokken zijn. De DT&V deporteert ook in 2017 gestaag door. In de eerste drie maanden van dit jaar werden 680 mensen uitgezet.
Achter deze kille cijfers gaan talloze verhalen schuil van mensen die, op zoek naar een veilige plek en een betere toekomst, stuitten op het onmenselijke migratiebeleid van Nederland en de EU en gedeporteerd werden naar onveiligheid, geweld, onderdrukking en armoede. Terwijl DT&V-directeur Jannita Robberse trots de ‘jaarresultaten’ presenteert mogen zij verrekken.